Als er wordt gesproken over groei van onze economie, worden ook vaak onze ‘belangrijkste handelspartners’ genoemd; Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk. Dat rijtje is dan gebaseerd op exportbedragen, waarbij die landen de eerste bestemming zijn.
Maar veel producten worden eerst geïmporteerd, bewerkt en daarna weer geëxporteerd. Bovendien worden veel geëxporteerde goederen uiteindelijk weer doorverkocht naar andere landen.
Vooral producten die compleet in Nederland zijn gemaakt (zoals tomaten), zorgen voor een veel grotere toegevoegde waarde. Maak je een top 5 op basis van toegevoegde waarde en eindbestemming, dan ziet het rijtje er ineens heel anders uit.